De Hoornaar.

Uit: 'De hoornaar; behorende tot de grootste wespensoort'. 

Auteur: Jan Smit. 

Uitgever: Tijdschrift Bijenhouden 2013, september & oktober.

 

Vespa Velutina nigrithorax (de Aziatische hoornaar) in Europa; vestiging en opkomst:

Van nature komen er twee soorten hoornaars voor:

- Vespa crabro en

- Vespa orientalis.

Daarvan komt alleen de Vespa crabro in Europa (en dus ook in Nederland) voor. 

De Oosterse hoornaar, de Vespa orientalis, komt voor in Zuidoost-Europa (de Balkan, Griekenland, Cyprus en het zuidelijke puntje van Italië) in Noord-Afrika en Azië.

In Azië komen in totaal 22 soorten hoornaars voor, één soort daarvan is de Vespa velutina, welke 10 ondersoorten kent, waaronder de Vespa velutina nigrithorax, ook wel de Aziatische hoornaar genoemd. Oorspronkelijk komt deze hoornaar voor in de gematigde streken van de regio Kashmir (India), Bhutan en China. 

Waarschijnlijk zijn er al voor 2004 exemplaren overgekomen, als overwinterende koninginnen, in een scheepslading uit China. In 2004 is de Aziatische hoornaar waargenomen in Frankrijk (departement Lot-et-Garonne). En in 2006 blijkt na onderzoek dat deze Aziatische wespensoort zich snel voortplant in het zuiden van Frankrijk. De hoornaar heeft vrij spel aangezien deze niet gehinderd wordt door natuurlijke vijanden of afweersystemen van zijn prooien (met uitzondering van de wespendief, een zangvogel die in grote delen in Europa voorkomt, die geen angst lijkt te hebben voor de angel van de hoornaar- noot Trix).

Daarna is de verspreiding in Frankrijk in een snel tempo verlopen en bij het laatste onderzoek in 2011 blijkt de Aziatische hoornaar nu ook in West-Frankrijk voort te komen.

Na een onderzoek door de Universiteit van Wageningen blijkt dat de Vespa velutina (met zijn 10 ondersoorten, waar de Aziatische hoornaar ook toebehoort), zich in een groot deel van Europa, en dus ook Nederland, goed kan voortplanten. De klimaatveranderingen in de wereld ten gevolge van het broeikaseffect maakt de overlevingsomstandigheden voor deze grote wespsoort alleen maar gunstiger. 

Nu is de Aziatische hoornaar iets kleiner dan de al eerder genoemde "inheemse" Europese hoornaar, de Vespa crabro. 

Zo worden de koninginnen "slechts" 30mm groot t.o.v 35 mm bij de Vespa crabro. De werksters respectievelijk tussen de 17 en de 24mm, waar de Vespa crabro een grootte kan bereiken van rond de 27mm.

De uiterlijke kenmerken van de Aziatische hoornaar zijn: een zwarte kop met een oranje gezicht, het borststuk is geheel zwart (vandaar de naam Vespa velutina nigrithorax),  op het zwarte achterlijf loopt achteraan een brede oranje band en vooraan een smalle gele band. De poten zijn zwart en geel.

identificatieblad hoornaar

 

De levenscyclus van de Vespa velutina, waaronder ook de Aziatische hoornaar behoort, is dezelfde als bij de andere sociale (in een gemeenschap levende en van elkaar afhankelijke) wespen in onze omgeving. 

In het vroege voorjaar komt een jonge koningin uit haar winterslaap en begint zelf met het bouwen van een nest. Dit bouwt zij op uit fijn geknaagd houtmateriaal, waardoor een dun papierachtig nest ontstaat. Gewoonlijk wordt zo'n nest 40 tot 60cm in doorsnede, de grootste nesten worden één meter hoog en 80cm in doorsnede. De opening van het nest bevindt zich onderaan. In tegenstelling tot onze Europese wespen verlaat de hoornaarkoningin met haar gevolg haar eigen gebouwde nest wanneer dit te klein wordt qua behuizing. Ze zoeken een nieuwe plek op en beginnen opnieuw met het bouwen van een nieuwe woongelegenheid. Iets wat de Europese wesp niet doet, zij bouwen het nest daarentegen uit.

 

Gemiddeld komen er in de loop van een seizoen, van maart tot oktober, ongeveer 6000 werksters uit een nest, grote hoornaarsnesten kunnen aantallen produceren van 15.000 werksters. Een werkster leeft slechts enkele weken. De eerste mannetjes verschijnen in de loop van september, de nieuwe koninginnen in oktober. Zij paren vervolgens en houden een winterslaap om in het voorjaar weer eenzelfde cyclus te starten. De oude koningin, incluis haar gevolg, sterft in de loop van de herfst door de intredende koude.

Evenals alle sociale wespen zijn de hoornaars jagers, zij vangen vooral andere insecten zoals kleinere wespen, honingbijen, libellen en vliegen. Het doden van de prooi gebeurt eerst door het uit de lucht plukken van een insect om het vervolgens te doden met haar gif. Zij neemt het borststuk van de prooi mee welke veel eiwitten bevat. Deze eiwitten zijn nodig om de larven te kunnen voeden. De volwassen hoornaars halen hun brandstof (bestaande uit koolhydraten) uit de nectar van bloemen en van rottend fruit in het najaar.

Voor de imker, evenals voor zijn honingbijen, is de aanwezigheid van een hoornaarsnest dicht in de buurt een lastige situatie vanwege het feit dat er niet alleen veel bijen ten prooi vallen, maar dat het ook veel onrust en stress veroorzaakt in een bijenkast.

Een verdedigingsmethode van de honingbij in Azië -de Apis verana- bestaat uit het aanvallen van de hoornaar met meerdere werksters welke de predator omklemmen en voor een temperatuur zorgen in deze bol van bijen tot 46 graden Celsius. Een hoornaar is bestand tegen een lichaamstemperatuur van 44 graden Celsius. De hoornaar sterft door oververhitting. 

De Europese honingbij (Apis mellifera ligustica) beoefent dezelfde techniek uit als de Aziatische honingbij, maar blijkt hier toch minder succelvol in te zijn. Overigens is de Oosterse hoornaar (Vespa orientalis) bestand tegen een grote hitte en kan bij een temperatuur tot 50 graden Celsius overleven.   

 

In verschillende publicaties wordt op een ongenuanceerde manier stemming gemaakt tegen de Vespa velutina en er wordt geprobeerd de mensen angst aan te jagen. Om dicht bij huis te blijven, in een artikel van het tijdschrift 'Bij praten' van de Amstelland Bijenvereniging uit 2011, wordt er gesproken van 8 overledenen na een steek van de Aziatische hoornaar, terwijl dit in het echt om één persoon gaat die 12 keer gestoken was in zijn hoofd, na het zelf geprobeerd te hebben een hoornaarsnest te vernietigen. De steek van een hoornaar is pijnlijker dan steken van de kleinere soortgenoten, maar zijn in principe niet dodelijk. Mensen met een allergie voor wespengif lopen een groot risico, maar ook als men gestoken wordt in het gelaat (zoals ademhalingsproblemen- noot Trix) of gestoken wordt door meerdere wespen, of dit nu de hoornaar is of de kleine wespensoorten.

Evenals de hoornaar (Vesoa crabro, de Europese hoornaar), is de Aziatische hoornaar in principe niet agressief tegen mensen, maar een veilige afstand houden van een hoornaarsnest is wel verstandig. Mocht een Aziatisch hoornaarsnest gevonden worden laat deze dan verwijderen door een deskundig iemand, zelf proberen een nest te vernietigen wordt afgeraden.  

Lees meer over de hoornaar.

De Aziatische hoornaar.

 

"Invasieve plagen van de honingbij kloppen op de deur".

Auteur: Bram Cornelissen

Tijdschrift: Bijenhouden, nummer 6, december 2017, 11e jaargang

NBV Nederlandse Bijenhoudersvereniging

 

"De laatste 35 jaar zijn er minstens vier nieuwe bijenziekten en -plagen bijgekomen in Europa:

- De Varroa destructor, oftewel de varroamijt;

- Nosema cerenae, een eencellige dierlijke parasiet)

- De Aziatische hoornaar (Vespa velutina) en

- De kleine bijenkastkever (Aethina tumida).

 

De Aziatische hoornaar werd in 2004 voor het eerst bij Bordeaux (Frankrijk) aangetroffen. Sindsdien is de soort in Portugal, Spanje, Italie, Duitsland, Engeland, Belgie en nu ook in Nederland waargenomen en wel in Dreischor, Schouwen-Duiveland op 17 september 2017. 

Door middel van 'bee lining', het volgen van de vliegrichting van in dit geval hoornaars en met de inzet van een drone voorzien van een warmtesensor werd op 1 oktober 2017 de locatie van een nest vastgesteld. Het werd vervolgens meteen geruimd op last van de NVWA (De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit *). 

 

Naast natuurlijke verspreiding van de Aziatische hoornaar vindt deze ook plaats door activiteit van mensen (bijvoorbeeld transport). Dat ligt in de meeste gevallen ten grondslag aan de vestiging van invasieve soorten buiten het natuurlijke verspreidingsgebied en het gebeurt vaak stapsgewijs, waarbij op wisselende afstand van het verspreidingsgebied een nieuwe populatie kan ontstaan. De Aziatische hoornaar is waarschijnlijk met een vracht aardewerk uit de Chinese provincie Yunnan in Frankrijk terechtgekomen. 

Specifiek gaat het om overwinterende koninginnen die meereisden. En zo was het ook mogelijk dat de Aziatische hoornaar in Engeland en Zuid-Duitsland terecht kwam, ver buiten het tot dan toe in Europa bekende verspreidingsgebied.  

Het is niet bekend hoe de vestiging in Zeeland is gebeurd. Het is niet ondenkbaar dat de Nederlandse positie in de logistiek kan bijdragen aan een plotselinge verspreiding naar ons land. 

 

De soort kent een hoge tolerantie ten aanzien van klimatologische omstandigheden. Net als honingbijen kunnen zze door thermoregulatie het broednest warm houden of afkoelen. Ze zijn iets kritischer in de zin dat de buitentemperatuur tussen de 10 en 45 graden Celsius moet liggen om het broed (de eitjes, larven en bijna volwassen bijen) op temperatuur te houden. Voor honingbijen ligt dat ongeveer tussen -40 en +40 graden Celsius. 

 

De Aziatische hoornaar jaagt actief op honingbijen en andere insecten. Ze vertonen enige mate van voorkeur voor honingbijen, maar tegelijk zijn het echte generalisten die ook op slachtafval foerageren. 

Werksters en darren kunnen ten prooi vallen doordat ze in de lucht of op de vliegplank van de bijenkast gegrepen worden door de hoornaars. 

De dierlijke eiwitten worden gevoed aan de larven van de hoornaar.

 

De berichten over de gevolgen voor de bijenhouderij zijn erg wisselend. Er is nog maar weinig systematisch informatie verzameld, waardoor de omvang van het probleem voor de bijenhouderij onduidelijk is. Maar dat de soort zich in Nederland kan vestigen staat nu in ieder geval vast."

 

* NVWA: Nederlandse Voedsel en Warenwet

www.nvwa.nl/zoeken?trefwoord=hoornaar&search-submit=